Over smaak valt niet te twisten

In de mond start de spijsvertering en de mond is zeer belangrijk om te proeven wat we eten. Iedere dag consumeren we voedsel omdat we trek hebben of omdat het tijd is om voor een maaltijd. We eten uit gewoonte en nemen er vaak maar weinig tijd voor. Daardoor weten we vaak niet goed wat we proeven en juist de smaakgewaarwording is een belangrijk onderdeel voor verzadiging en genieten. Het wordt daarom tijd om meer aandacht aan smaken te besteden.

Hoe proeven we?

Smaken kunnen we waarnemen in de mond. Op de tong zitten papillen die smaak registreert en ook achter in de mond kunnen we proeven. We kunnen met onze smaak-zintuigen zout, zoet, zuur en bitter waarnemen. Sinds kort blijkt echter dat we nog twee smaken kennen. We kunnen namelijk ook umami (eiwitten) en vet proeven. De uiteindelijke smaakbeleving wordt bepaald door meerdere factoren dan alleen het proeven met de tong.

De geur, waarneming van structuur, temperatuur en kruidigheid spelen een rol bij de uiteindelijke smaakbeleving.

Waarom is goed proeven belangrijk?

Smaken worden waargenomen door smaakorgaantjes die zich voornamelijk op de tong bevinden, maar die ook in het slijmvlies van het gehemelte zitten. We hebben zo’n tienduizend smaakpapillen. In het verleden dacht men dat iedere smaak op een andere plaats van de tong wordt waargenomen, maar dit blijkt niet te kloppen.

Het doel van ons smaak- en reukorgaan is giftige stoffen herkennen en omzeilen. Goed proeven is dus nodig om te overleven. Voedsel dat voedzaam is smaakt veel beter. Na het waarnemen van smaak door de smaakpapillen en het reukorgaan worden er signalen naar het brein gestuurd. In het brein wordt bepaalt of voedsel wel of niet lekker is en dit gebeurt op basis van ervaringen uit het verleden en aangeboren voorkeuren.

Onze aangeboren voorkeuren

De menselijke smaakvoorkeur neigt van nature naar zoet en zout en dit is goed te verklaren. Voedingsmiddelen die van nature zoet zijn, bevatten energie en waardevolle voedingsstoffen, voorbeelden van zoete voedingsmiddelen zijn moedermelk en fruit. Ook mineralen hebben we hard nodig om ons lichaam goed te laten functioneren en juist deze stoffen hebben een zoute smaak. De smaken zuur en bitter worden meer geassocieerd met bedorven, niet rijp of giftig voedsel. Deze smaken leert men in de loop van de tijd wel meer waarderen.

Kunnen smaken beïnvloed worden?

De aangeboren smaakvoorkeuren zijn te beïnvloeden. De ontwikkeling van smaakvoorkeuren begint namelijk al in de baarmoeder. De samenstelling van moedermelk en het vruchtwater wordt bepaalt door wat de moeder eet, maar ook door roken en het inademen van geuren. Het kind zal hierdoor de smaken waar het al mee in aanraking is geweest, doordat de moeder het geconsumeerd heeft, eerder waarderen.

De smaken waar we in onze eerste drie levensjaren mee aanraking zijn gekomen bepalen onze smaakvoorkeuren in de rest van het leven. De aangeboren waardering voor zout of zoet kunnen in deze eerste jaren worden versterkt. Positieve of negatieve associaties met een voeding bepaalt ook of je iets wel of niet lekker vindt. Als je ooit ziek bent geweest van een bepaalt voedingsmiddel dan kan je daar een aversie tegen krijgen. Ook positieve associaties zoals een mooi opgemaakt bord en ‘snoeptomaatjes’ hebben invloed op de voorkeuren voor bepaalde voedingsmiddelen.

Smaakrijkdom is van belang voor ‘vol zitten’

Smaken hebben invloed op hoeveel je eet. Voedsel met een ‘volle’ en rijke smaak verzadigd veel beter dan ‘smaakarme’ producten. Een goed voorbeeld hiervoor is het verschil tussen een goede rode wijn (volle smaak) en een glas frisdrank. Waar drink je makkelijk meer van?

Aroma / ruiken5 tips om beter te proeven

De mond is een zeer belangrijk orgaan voor de smaakbeleving. Om goed te leren proeven kan je het acroniem TASTE gebruiken. Stel je zelf bij iedere hap die je neemt de volgende vraag:

  1. Textuur: Wat is de textuur? Is het zacht, romig, knapperig, hard, etc..
  2. Aroma: Hoe ruikt het?
  3. Smaak: Hoe smaakt het? Is het zout, zoet, zuur of bitter, of wat herken ik?
  4. Temperatuur: Wat is de temperatuur van de hap? Is het warm, lauw of koud?
  5. Emotie: Welk gevoel geeft het je?

Enjoy your meal!

Leestips:

Geen reactie's

Geef een reactie